
22 mrt Arie van Oorschot was nooit een typische Stiphout Vooruit-voetballer
In Google StreetView zit een optie waarmee je een beetje terug kunt reizen in de tijd. Zo kun je virtueel door de Dorpsstraat rijden en de datum terugzetten, tot bijvoorbeeld de zomer van 2014.
Doe je dat, dan zie je nog maar eens hoezeer Stiphout de afgelopen tien jaar is veranderd. De winkel van Bertje Manders is daar nog tegenover de supermarkt van Ralf Gijsbers, toen nog een C1000. Cafés ’t Aambeeld en De Brouwer zijn er nog, versierd met oranje vlaggen vanwege het EK in Brazilië dat op dat moment aan de gang is. Nog een stukje verder kapt coiffeur Korthuis korte coupes. Allemaal verloren iconen.
En iets voorbij Cafe De Sport, richting Helmond, zie je een man in een scootmobiel, een praatje makend. Hoewel Google alle gezichten onherkenbaar maakt, heb je aan één oog genoeg om te zien wie dat is: Arie van Oorschot. Sinds dinsdag 18 maart hoort Arie ook in dat rijtje met verloren Stiphoutse iconen. Toen overleed hij namelijk, op 76-jarige leeftijd.
Arie was een echte Stiphoutenaar. Hij werd er op 2 augustus 1948 geboren en ging er ook nooit meer weg. Als jonge jongen werd hij lid van Stiphout Vooruit, om daar vervolgens zo’n beetje in ieder team te spelen. Ja, ook een paar wedstrijden in het eerste elftal, hoewel Arie nooit op Wikipedia zal verschijnen als de beste, meest verfijnde voetballer die Stiphout ooit heeft grootgebracht. Mogelijk wel als de hardste. Arie wilde ten koste van alles winnen en ging daarbij soms over de grens. Met die eigenschappen had hij misschien beter gepast bij clubs als Klein Arsenal, Oranje Zwart of PVV. Maar dat kan natuurlijk niet, als echte Stiphoutenaar.
Na zijn voetbalpensioen bleef Arie graag en veel op het Molenven komen. Behalve een trouwe sponsor van de KNVB-tuchtcommissie, was hij ook een uitstekende begunstiger van de kantine. Arie zat graag aan de bar met een pilsje voor zijn neus. Het liefst verhalend delend met zijn vrienden. Hoe later op de middag, hoe sterker die verhalen en hoe harder zijn kenmerkende lach door het clubhuis bulderde. Ons sportpark was zijn tweede thuis.
Maar Arie deed meer, veel meer dan barhangen. Hij was leider van lagere elftallen. Lid van het jeugdbestuur. Werd een keer uitverkozen tot vrijwilliger van het jaar en was zelfs lid van verdienste. Buiten dat was Arie de trouwste supporter van zijn zoon Willem, die lang speler van ons eerste elftal was. Overal reisde hij zijn met meer voetbaltalent gezegende junior achterna. En opvallend vaak verscheen Aries gezicht langs de lijn wanneer Stiphout Vooruit 2 moest voetballen, meestal met zijn vrouw Jeanne en Jan en Anneke van Berkel aan zijn zijde.
De voetballers van Stiphout Vooruit 2 waren blij met zulke trouwe supporters die er altijd waren. Kort na de millenniumwissel speelde ‘ut twidde’ een uitwedstrijd in Oss. Vlak voor aanvang van de wedstrijd waren Arie, Jeanne, Jan en Anneke er nog niet – ze waren wat vertraagd. Aanvoerder Bart Derison vond dat sneu voor het kwartet, en vroeg een minuut stilte aan bij de scheidsrechter ter nagedachtenis aan een overleden Stiphout Vooruit-lid. In werkelijkheid was er helemaal niemand gestorven, maar het gaf de uitsupporters wat meer tijd, zodat ze minder van de wedstrijd hoefden te missen. ‘Scheids, we zin er, ge kent beginne!’, riep Arie of Jan tijdens die minuut.
Die minuut stilte is er dit weekend opnieuw, voor alle wedstrijden van Stiphout Vooruit-teams. Helaas niet vanwege een geënsceneerd heengaan. Wél vanwege het overlijden van Arie van Oorschot afgelopen dinsdag. Al blijft het markante Stiphoutse icoon op foto’s, in verhalen en in onze herinneringen voortleven. En natuurlijk op Google StreetView.